Speedsoccerbanen lijken in eerste instantie erg op zaalvoetbalbanen. Het is namelijk in beide gevallen indoorvoetbal, maar er zijn wel degelijk verschillen. Bij een speedsoccercourt is de ondergrond van kunstgras en bij zaalvoetbal is het vaak van hard materiaal. Ook is een speedsoccerveld ten opzichte van een zaalvoetbalveld redelijk klein, 30 bij 15 meter. Daarnaast is het spelveld bij speedsoccer volledig omringd met boarding en netten. Hierdoor bestaat er geen buitenspel en kom je vrijwel nooit corners tegen. Geen buitenspel resulteert in het feit dat je bij indoorsoccer blijft rennen. Speedsoccer spelen doe je in een team van vier spelers en één keeper. Je speelt dus vijf tegen vijf en het is belangrijk om minimaal twee wissels te hebben, omdat speedsoccer een zeer intensieve sport is.